De fiscus deelt 3 FAQ lijsten over verenigingswerk, deeleconomie en occasionele diensten tussen burgers

De fiscus deelt 3 FAQ lijsten over verenigingswerk, deeleconomie en occasionele diensten tussen burgers
1.1 Inleiding
Hoe noem je een jurist of advocaat die mensen helpt te delen, samen te werken, ruilhandel op te zetten en de lokale economie helpt te stimuleren, en mee te bouwen aan duurzame gemeenschappen?
Dat klinkt als het begin van een advocaten grap, maar eigenlijk is dit het begin van een nieuw rechtsgebied in de praktijk. Zeer binnenkort zal iedere gemeenschap of buurt behoefte hebben aan een specialist op dit nog te benoemen rechtsdomein: het recht op gemeenschap- of buurt transacties? Het recht van de duurzame economie of Coöperatief Recht? Beter is misschien het Het Recht van het Delen te noemen.
1.2 Het evoluerende karakter van onze transacties
In tegenstelling tot wat we te zien krijgen tijdens tv-programma’s, waarin advocaten geportretteerd worden, werkt ongeveer de helft van de advocaten in de eerste plaats als transactioneel advocaat, en niet als aanklagers in de rechtbank.
Transactionele juristen of advocaten adviseren over, onderhandelen en structureren de overeenkomsten, die zakelijke deals, onroerend goed transfers, leningen, fusies, effecten, verzekeringen enz. regelen. Het evoluerende karakter van onze transacties heeft geleid tot de behoefte aan een nieuw gebied van de rechtspraktijk. We gaan een tijdperk tegemoet van innovatieve transacties, vooral tussen particulieren en kleinere entiteiten, zoals:
1.3 Transacties die de menselijke levendigheid terug in de gemeenschap brengen
Hoe ziet de wereld eruit als dit soort transacties meer en vaker gaan voorkomen, en wat zijn de juridische gevolgen? Laten we eens kijken naar volgend fictief voorbeeld: Lien woont in een gemeentelijke co-housing gemeenschap en bezit een aandeel in een auto samen met twee buren. Elke dag deelt zij vlot, leent uit en ontleent (in plaats van bezit) veel huishoudelijke artikelen, gereedschappen, elektronica, en andere voorwerpen. Zij is lid van een coöperatieve supermarkt, waardoor zij aanzienlijke kortingen ontvangt in ruil voor een paar maandelijkse werkuren in de supermarkt.
Figuur 11 – O.a. in Brussel heb je Farm – een coöperatieve supermarkt.
Zij kweekt groenten op een lege kavel en soms verkoopt zij de groenten aan de buren. Zij heeft een succesvol dak tuiniersbedrijf, dat gelanceerd is met behulp van 20 microkredieten en investeringen van vrienden en familie. Zij doet vaak klussen in ruil voor goederen en diensten. Zij heeft ook een aandeel van 5% in een Welness retraitecentrum buiten de gemeente, dat zij verworven heeft door inbreng van arbeid bij de oprichting ervan.
Je zou kunnen zeggen dat Lien het “levendige” terug in de buurt brengt. Dankzij het delen en het samenwerken is zij erin geslaagd voor zichzelf een betaalbare, comfortabele levensstijl te creëren waarin zij haar ambacht en vaardigheden kan benutten, én gevarieerd en zelf georganiseerd werk te doen, én te wonen en te werken in een ondersteunende gemeenschap. Zij heeft door haar eigen inbreng eigendomsrecht “gefinancierd” en lanceerde een bloeiend bedrijf, los van het traditionele financiële en bancaire net. De problemen die zij heeft zijn: hoe dit alles te melden aan de belastingdienst, en hoe het uit te leggen aan haar autoverzekeringsmaatschappij, haar mutualiteit, haar bank die haar de hypothecaire lening voor haar huis verstrekte, het ministerie van economie, het ministerie van binnenlandse zaken, de gemeente en de dienst voor bouwvergunningen en alle andere regelgevende en bureaucratische entiteiten, die zeggenschap hebben over wat zij wél en niet kan doen. En hoe kan Lien er helemaal zeker van zijn dat haar rechten op gedeeltelijke eigendom in de co-housing gemeenschap, het retraitecentrum, de gedeelde auto, de gedeelde goederen, en de coöperatieve worden gerespecteerd door haar mede-deelgenoten, of, in het geval van een onoplosbaar geschil, gerespecteerd zullen worden door een rechtbank?
En hoe kan zij op een betaalbare manier het risico van haar activiteiten beheren, aangezien haar activiteiten niet passen in het traditionele verzekeringswezen. Kortom: het goede leven en het creëren van meer gelokaliseerde, duurzame economie wordt geconfronteerd met tal van juridische problemen.
1.4 Juristen en advocaten gaan hun hoofd hierover breken.
Proberen om de juridische kwesties, die voortvloeien uit de levensstijl van Lien, te ontwarren, is als het proberen om een gigantisch, rommelig, kluwen te ontrafelen. Een grote uitdaging voor de komende generaties van advocaten en juristen. Momenteel is er niet veel literatuur voorhanden betreffende de juridische implicaties van dit soort transacties. Voor de juristen onder ons, die zich willen specialiseren in dit nieuwe gebied, blijven vele juridische vragen nog onbeantwoord. Een-op-een, cliënt-per-cliënt, maken we vooruitgang.
Als we vaststellen dat meer en meer mensen willen meedoen met een levensstijl van meer delen, kunnen we uitkijken naar een groeiende rechtspraak en meer literatuur over dit onderwerp. Enerzijds zullen de antwoorden nooit eenduidig zijn en anderzijds zullen de tradities waaraan we gewend zijn geraakt, steeds meer worden in vraag gesteld en vervagen. Totdat we evolueren naar een nieuwe reeks van juridische definities, zullen we onzeker dansen rond de grenzen tussen “inkomen” en “geven”, tussen “eigendom” en “huur”, tussen “werknemers” en “vrijwilligers”, tussen “werk” en “hobby”, tussen “non-profit” en “for-profit”, tussen “investeren” en “doneren”, en ga zo maar door.
Onze klanten kunnen “out of the box” in hun levensonderhoud voorzien en organisaties oprichten, maar het zal nog steeds de taak van juristen en advocaten zijn om hen te helpen om deze activiteiten te doen passen in ons traditioneel wetsysteem, dat geworteld is in het burgerlijke -, fiscale – en strafrecht uit de tijd van Napoleon (1804).
1.5 Een wereld van samenwerking schreeuwt om Collaboratieve Advocaten
De groei van het “gemeenschapstransactie recht” of het “recht van het delen” heeft gevolgen, niet alleen voor wat advocatenpraktijken zelf betreffen, maar ook hoe ze in de praktijk werken, hoe ze omgaan met klanten, diensten leveren, vergoedingen bepalen, werken met belangenconflicten, en ga zo maar door. Werken op dit gebied vereist niet alleen de vaardigheden van juridische analyse, maar ook de vaardigheden van openheid, duidelijke communicatie, samenwerking, en een goed begrip van de rol die menselijke behoeften en emoties spelen in gezamenlijke transacties. Samenwerking tussen advocaat, cliënt en gemeenschap is de sleutel. Een advocaat brengt juridische kennis, terwijl een cliënt praktische kennis brengt, en de gemeenschap het forum is voor de transacties. Voor zover informatie wordt gedeeld in alle richtingen, zullen doordachte en innovatieve transacties ontstaan.
Traditionele advocaten delen meestal niet vrijelijk voorbeelddocumenten, omdat het invullen van template documenten een primaire manier is voor advocaten om geld te verdienen. Advocaten op dit nieuwe terrein zullen nieuwe verdienmodellen moeten gebruiken die het delen van informatie bevorderen en ontwikkelen. De vrije stroom van informatie zal zorgen voor beter geïnformeerde klanten, betere kwaliteit van documenten en gemeenschappen, die kennis verwerven en een goed begrip hebben van wat mogelijk is. Advocaten zelf kunnen ook gebruik maken van de idee van het delen om juridische diensten meer betaalbaar, en dus toegankelijker, te maken. Een advocaat, die kantoorruimte wil delen, kan zijn overheadkosten veel lager houden vergeleken met deze van een advocaat, wiens kantoor gebouwd is om er uit te zien als een gouden paleis. Een advocaat, die openstaat voor het ontvangen van zijn ereloon in een complementaire munt of in tijd-euro’s of wil werken in ruil voor een mand bio groenten, zal juridische diensten toegankelijker maken voor een breder scala van klanten.
1.6 Juridische Documenten die levendig worden en zinvol en duidelijk zijn.
Een groot deel van het werk van advocaten bestaat uit het opstellen van documenten, zoals contracten en afspraken over hoe organisaties functioneren. In een wereld, waar mensen kinderopvang, coöperatieven, gemeenschappelijke tuinen, open source creatieve projecten, en andere gedecentraliseerde, participatieve, flexibele, en aanpasbare groepsprojecten creëren, worden documenten, die duidelijke regelgeving hieromtrent beschrijven, onmisbaar.
Dit wil allereerst zeggen: documenten in mensentaal. Bij een traditionele transactie tussen advocaat en cliënt bereidt de advocaat het document voor. De cliënt leest het – meestal snel en oppervlakkig – zonder het volledig te begrijpen. Het document wordt vervolgens in een archiefkast opgeborgen om niet meer bekeken te worden, tenzij iemand een klacht heeft. In dat geval wordt dan een advocaat ingehuurd om de ontzettend lange alinea’s en de “vreemde” taal te interpreteren. Documenten zouden echter “levende” instrumenten moeten zijn voor organisaties gericht op delen. Een leesbaar beleidsdocument zou moeten:
1.7 Advocaten worden bemiddelaar
In grote delen van de wereld kunnen advocaten groepen van mensen vertegenwoordigen, in plaats van alleen particulieren en zakelijke entiteiten. In deze situaties kan een advocaat tegelijk optreden als advocaat én bemiddelaar. Dit wijkt, tot op zekere hoogte, af van de traditionele modellen waarmee in de praktijk gewerkt wordt. Bijvoorbeeld: als drie onafhankelijke mensen besluiten om samen een huis te kopen en een advocaat benaderen om hun gezamenlijke eigendomsovereenkomst op te stellen, zal elke partij haar eigen advocaat nodig hebben.
Door tegelijkertijd meerdere partijen te vertegenwoordigen tijdens eenzelfde transactie kan een advocaat ertoe verleid worden om ethische regels te schenden, omdat de belangen van de diverse partijen in conflict kunnen komen met elkaar. Bovendien betekent gezamenlijke vertegenwoordiging dat elke individuele cliënt niet langer zijn eigen advocaat heeft, die exclusief zijn belangen vertegenwoordigt. Behartiging van het eigen belang is misschien niet het belangrijkste dat klanten zoeken in een “deel advocaat”. Misschien willen ze een advocaat die hen wijst op de behoeften van elk afzonderlijk, en die kan helpen de voordelen en risico’s voor elke persoon te verklaren, die ook kan bemiddelen bij het ontstaan van eventuele conflicten, die het wettelijk kader kan verklaren, en vervolgens de groep kan begeleiden in het ontwikkelen van een plan dat voor iedereen werkt. Vaak zal hierdoor de ontwikkeling van een open en betrouwbare relatie tussen partijen vergemakkelijkt worden, wat veel belangrijker is dan het lobbyen voor gunstige contractvoorwaarden voor één enkele partij. Tegelijkertijd, wanneer er veel op het spel staat, zal het aandacht geven aan individuele belangen essentieel zijn. In die zin kunnen we veel leren van het “Bemiddelingsrecht”, dat in de eerste plaats wordt toegepast op echtscheidingszaken, en soms gebruikt wordt tot voorbereiding van huwelijkse voorwaarden. In dit samenwerkingsmodel wordt elke partij vertegenwoordigd door een advocaat om haar belangen te doen geld.
Advocaten zijn echter ook hoogopgeleide bemiddelaars, en hierdoor hebben zij aan de onderhandelingstafel meestal een open en coöperatieve instelling. Zoals de onderhandelingen over huwelijkse voorwaarden gezamenlijk worden aangepakt, zo kan deze aanpak ook toegepast worden bij mede-eigendom overeenkomsten, partnerschapsovereenkomsten, en andere situaties waar partijen een evenwicht moeten vinden tussen de behartiging van hun eigen belangen en de wens om samen te komen en samen te werken.
1.8 Advocaten kunnen ook meer vierkante gaten creëren
Proberen innovatieve transacties legaal te categoriseren is zoals het proberen om een vierkant in een rond gat te doen passen. Als zodanig zullen advocaten, die werkzaam zijn op dit gebied, in een goede positie verkeren om een oproep te doen aan de overheid om alternatieve oplossingen te creëren in ons rechtssysteem. Met andere woorden, innovatie en beleidshervorming spelen een belangrijke rol in het werk van de “gemeenschap transactie advocaten. Tijdens de uitoefening van hun beroepsactiviteiten zullen de advocaten van de deeleconomie herkennen hoe bijvoorbeeld een wet of een lokaal bestemmingsplan kan worden verbeterd om het delen aan te moedigen, om stedelijke landbouw te stimuleren, of om nieuwe vormen van mede-eigendom mogelijk te maken.
Advocaten kunnen ook proactief de architecten worden van nieuwe soorten organisaties, van nieuwe juridische structuren voor het delen, en van mechanismen voor de bescherming van de “commons”. In dezelfde geest, bijvoorbeeld, heeft Creative Commons [2] een nieuwe licentie-structuur voor het uitwisselen van ideeën en creatief werk.
1.9 Creëren van een wereld meer gericht op delen
In de kleinste uithoeken van de wereld zijn advocaten begonnen met dit werk. Onlangs nog bijvoorbeeld zijn de in Oakland (USA) gevestigde advocaat Jenny Kassan en de schrijver van het hoger gebruikte artikel, Janelle Orsi, medeoprichters geworden van het “ Center for Sustainable Economies and Law”, een organisatie die ruimte creëert voor de ontwikkeling van dit nieuwe gebied, instrumenten en middelen produceert voor het publiek en ook leermogelijkheden biedt aan studenten in de rechten. Met een beetje geluk zal dit centrum in de nabije toekomst scholen opstarten, die lessen aanbieden, gericht op deze innovatieve transacties.
Binnenkort zal een nieuwe generatie van “Delen advocaten” of “Gemeenschap transactie advocaten” in staat zijn om maatschappelijk relevant werk te verrichten voor interessante klanten, dit in een praktijkdomein dat afwijkt van de gebruikelijke big 5 consultancy bureaus en loopbaantrajecten bij de overheid.
[1] Vertaling van een artikel van Janelle Orsi, zoals verschenen op shareable.net. Janelle Orsi is de auteur van o.a. Practicing Law in the Sharing Economy: Helping People Build Cooperatives, Social Enterprise, and Local Sustainable Economies [2] http://www.creativecommons.be/nl
International Tax Monitor™
Source: International Tax Monitor: News Archive > 2016 > July > 07/06/2016 > News > Belgium: Belgium Leads in Adopting Law to Tax Sharing Economy
Belgium
By Linda A. Thompson
July 5 — Amateur cooks supplying food over online platform Meetsies, travelers who take on deliveries during their trips through site PiggyBee, and other private individuals providing peer-to- peer services through online collaborative platforms will be taxed at a rate of 20 percent to 50 percent under a new law adopted by Belgium.
|
The law, dated July 1 and in force from that date, establishes the first clear withholding tax rules for the country’s growing peer-to-peer economy.
The new regime covers only services offered by private individuals and doesn’t apply to platforms that sell goods such as eBay, or platforms that allow individuals to rent out immovable property such as Airbnb Inc.
The 20 percent rate applies for those providing services under 5,000 euros ($5,576) in annual gross revenue. Individuals who exceed the 5,000-euro threshold will have all the income earned through the platforms taxed as “professional income” under the usual progressive tax rates from 25 percent to 50 percent. The tax regime will be included in a new category in the personal income tax return known as “miscellaneous revenue,” normally taxed at a rate of 33 percent.
The measure is part of the government’s budgetary control initiatives. It was published in the Belgian Official Gazette July 4 and is part of the Program Law of July 1, 2016, which also introduces new transfer pricing documentation requirements into Belgian law as part of OECD’s action plan against base erosion and profit shifting.
Tax practitioners said the law lifts peer-to-peer platforms and their users out of a fiscally grey area.
“With this law on the sharing economy, together with the tax shelter law for start-ups, Belgium and Brussels become the European hotspot to launch and run a sharing economy platform,” said Erik De Ridder, jurist and CEO at the Brussels- based consulting firm De Ridder Consulting.
The tax shelter for start-ups was introduced by the Belgian government in July 2015 and offers individuals who invest in small start-up companies a tax deduction of 30 or 45 percent of the invested amount, depending on whether they finance an SME or micro-enterprise.
Until now, revenue earned through peer-to-peer platforms was taxed as income from immovable property, income from moveable assets or miscellaneous revenue under the 1992 Belgian Income Tax Code.
“With this law, Belgium becomes the first European country with a tailored framework for sharing economy platforms” such as the delivery platform PiggyBee, the chores platform Listminut and meal-sharing platform Meetsies, De Ridder said in a statement e-mailed to Bloomberg BNA July 5.
The new law establishes a “fiscally favorable regime” aimed at encouraging taxpayers to “spontaneously report” income earned through sharing platforms so that this “undeclared revenue no longer escape taxes,” said Jan Willem Meugens, jurist and tax adviser at Belgian firm Van Havermaet Groenweghe.
Platforms need to obtain certification from the tax authorities to become eligible for the tax regime. Certification requirements haven’t been announced yet. The law doesn’t impose VAT requirements.
In a statement e-mailed to Bloomberg BNA July 5, Meugens said this certification requirement might have the effect of straitjacketing the peer-to-peer economy, which is rapidly moving and highly varied.
Noting that new sharing platforms would likely crop up in the future, he said: “It remains to be seen whether a platform that obtains the required certification from the government will be developed as quickly for new sharing economy activities.”
Under the new law, the online sharing platforms will be responsible for levying the 20 percent withholding tax and passing
on the collected taxes to the tax authorities.
“Although this withholding tax represents a simplification for the person providing the services, the withholding and stub requirement will represent an additional administrative burden for the online platform,” Meugens said, adding that this likely wouldn’t be a problem for “the well-organized, bigger players.”
He noted that the withholding requirement might represent “too great an obstacle” for the smaller existing online platforms should they obtain certification. “Will the organizers still take the step to become a certified online platform if that will mean more and more rules and requirements for them in the future?” he asked.
Platforms each year will be required to send taxpayers a stub with a description of the performed services, the amount of the income earned and the amount of the withheld sums. They will need to send the same information to the tax authorities.
The platforms will need to install the necessary accounting software to report their activities in a completely transparent manner to the government, De Ridder said.
“This will give them the certainty that their business model will be accepted and they won’t need to expect any legal or fiscal surprises from the government and that they consequently can focus on their core activities.”
To contact the reporter on this story: Linda A. Thompson in Brussels at correspondents@bna.com To contact the editor on this story: Rita McWilliams at rmcwilliams@bna.com
The law, published in the Belgian Official Gazette in Dutch, is at http://src.bna.com/guu.
Contact us at http://www.bna.com/contact-us or call 1-800-372-1033 ISSN 1535-7783
Copyright © 2016, The Bureau of National Affairs, Inc.. Reproduction or redistribution, in whole or in part, and in any form, without express written permission, is prohibited except as permitted by the BNA Copyright Policy.
Sociale ondernemers, duurzame ondernemers en deeleconomie organisaties nemen in aantal sterk toe. Om succesvol te zijn is nochtans een gedegen voorbereiding noodzakelijk. Maar die blijft vaak achterwege. Door het enthousiasme heeft men weinig oog voor allerlei zakelijke, juridische en fiscale aangelegenheden.
Cder staat de startende sociaal ondernemer bij met specifieke vragen zoals:
•Welke juridische vorm is het meest geschikt?
•Wat met arbeidsrecht, sociale zekerheid, fiscaliteit van de organisatie en de deelnemers?
•Wat met privacywetgeving?
•Hoe de organisatie en zijn deelnemers verzekeren?
•Waar kan ik subsidies krijgen?
•Overeenkomsten met partners?
•etc.
Het starten van een nieuwe onderneming kan spannend en uitdagend zijn. Het is belangrijk dat u een jurist kan inhuren zoals alle bedrijven, ongeacht hun omvang nood hebben aan juridische bijstand.
Wanneer u uw bedrijf start, zal je merken dat je juridische begeleiding nodig bij elke stap en bij verschillende fasen van het bedrijfsleven, van de oprichting tot het aantrekken van kapitaal voor uitbreiding tot bij werknemers in dienst nemen, moet u beroep kunnen doen op de diensten van een goede jurist.
Het spreekt voor zich dat de meeste ondernemers niet kunnen omgaan met de juridische kwesties op een manier die professionele en bekwame juristen kunnen.
Je moet een jurist vinden zodat u juridisch sterk in uw schoenen staat en uw zakelijke behoeften worden vervult en die ook betaalbaar is.
Eén van de belangrijkste dingen dat je moet overwegen is dat de jurist die u inhuurt gespecialiseerd is en u kan bijstaan bij het starten van een bedrijf.
De jurist zal een duidelijk idee hebben over de industrie en zal weten welke de juridische obstakels waarmee u kunt worden geconfronteerd.
De jurist zal in staat zijn om je bij de opstart te helpen door het indekken van alle juridische tracks vanaf het begin, zodat u uw bedrijf kan laten groeien, zonder zich zorgen te maken over eventuele mazen in de wetgeving die de droom van uw onderneming kunnen bedreigen.
Wij kunnen u ook helpen met rechtszaken.
Onthou dat een efficiënte jurist een groot verschil kan maken voor uw zaak te maken, dus het is belangrijk dat u wat tijd doorbrengt voor het vinden van de beste jurist om advies in te winnen van uw juridische zaken.
(Internet) startups nemen in aantal sterk toe. Om succesvol te zijn is nochtans een gedegen voorbereiding noodzakelijk. Maar die blijft vaak achterwege.
Door het enthousiasme heeft men weinig oog voor allerlei zakelijke, juridische en fiscale aangelegenheden. Cder staat de startup bij in het kader van de oprichting van een onderneming, adviseert over de juridische structuur en kent de mogelijkheden om innovaties, producten/diensten en namen van de startup te beschermen en te exploiteren.
Cder helpt de startup bij het opstellen van algemene voorwaarden en relevante contracten, zoals financierings-, samenwerkings-, distributie-, geheimhoudings- en licentieovereenkomsten. Ook bij aspecten rondom vastgoed en arbeidsverhoudingen vindt ondersteuning plaats.
Wij overlopen en ondersteunen u met u onder andere de volgende zaken:
Airbnb, Uber, stadslandbouw, energiecoöperaties, autodelen, co-housing projecten, Repair Café’s, Community Land Trusts, open source software: wereldwijd zien we zulke initiatieven ontstaan. In het boek Bezitten of delen beschrijft Erik De Ridder, specialist in de juridische kant van duurzame economie, zijn persoonlijke ontdekkingstocht in de wereld van de deeleconomie.
Deelinitiatieven zijn nog niet met elkaar verbonden in een nieuwe sociaaleconomische beweging, maar alles wijst erop dat dit in de komende jaren wenselijk is en ook zal gebeuren. Voorlopig noemen we deze sociaaleconomische beweging in het Nederlands de “deeleconomie”. Daarbij keren vaak dezelfde vragen terug: Is delen een alternatief voor bezitten? Is dat wenselijk, noodzakelijk, onvermijdelijk?
Welke initiatieven bestaan er al? Wat zijn de voordelen bij de deeleconomie? Hoe lanceer je zelf een initiatief op het vlak van deeleconomie in je buurt? Welke problemen stellen er zich op regelgevend vlak? Welke houding moet de overheid aannemen?
Bestel het e-boek (PDF versie) via deze link.
HEB JE JURIDISCHE VRAGEN?
De auteur werkt bij Cder, Centrum voor duurzame economie en recht. Hij werkt in die hoedanigheid als adviesverlener, ook voor de overheid, en weet als geen ander de juiste antwoorden op de bovenstaande vragen. Contacteer hem als je een juridische vraag hebt over de deeleconomie, een voorstelling van jouw deeleconomie-initiatief wil schrijven voor de tweede druk van het boek, als je het boek wil steunen, een samenwerkingsmogelijkheid ziet of een suggestie hebt hoe dit boek zich beter kan ontwikkelen.
Online start-ups, die inspelen op de populariteit om dingen te delen, zetten sector na sector op zijn kop.
‘Dit is een botsing tussen de 20ste en de 21ste eeuw.’
Welkom bij Tim, dertiger en eigenaar van een gerenoveerd herenhuis. Met zijn vrouw en kinderen betrekt hij de onderste twee etages. De bovenste twee verhuurt hij. Aanvankelijk via immosites. Sinds november via Airbnb, een populaire Amerikaanse website waar particulieren voor korte tijd een deel van hun huis of appartement te huur aanbieden. Vooral aan citytrippers die genoeg hebben van klassieke hotels en het bijzonder vinden bij iemand thuis te overnachten.
Tim kan zijn geluk niet op. ‘Vroeger verhuurden we de bovenste helft van ons huis op de private huurmarkt voor 500 euro per maand. Maar dan hadden we ook het gevoel dat er constant mensen in huis rondliepen. Via Airbnb verdienen we evenveel in vier weekends, en dat na aftrek van de kleine 10 procent commissie die Airbnb opstrijkt.’
Airbnb is een van de vaandeldragers van de bloeiende peer-to-peereconomie, een economie waarin mensen – vaak via het internet – als peers of gelijken handel drijven. Goederen en diensten worden gedeeld of verhuurd in plaats van verkocht. De overheid heeft er weinig te zoeken. Bedrijven zijn smeerolie tussen consumenten veeleer dan verkoopmachines.
Ook Uber, dat deze week aankondigde dit jaar in Brussel en Antwerpen te willen starten, huldigt de peer-to-peerfilosofie. Via een online platform brengt het mensen op zoek naar een lift in contact met chauffeurs van vrij luxueuze auto’s. Uber is geen klassiek taxibedrijf: het heeft geen telefooncentrale en de chauffeurs zijn vaak zelfstandigen. Eigenlijk is het een ontwikkelaar en beheerder van een mobiele online dienst die mensen verbindt die elkaar vroeger nooit hadden gevonden.
Die verbindingen vinden vandaag op zo’n grote schaal plaats – de wereldwijde peer-to-peerverhuurmarkt werd vorig jaar op 26 miljard dollar geschat – dat ze steeds meer rimpels veroorzaken in de klassieke economie. De manier waarop Tim ‘hotelletje speelt’, illustreert waarom. Buitenlandse toeristen die jaren geleden in een ‘echt’ hotel zouden zijn beland, komen vandaag steeds vaker bij mensen als Tim uit.
ONGELIJKE WAPENS
De omvang van Airbnb blijft vooralsnog beperkt in België, maar steden als Amsterdam en Barcelona geven een voorsmaakje van wat mogelijk komen gaat. In Amsterdam is het aanbod van Airbnb gelijk aan iets meer dan een kwart van de gewone hotelkamers, in Barcelona meer dan een derde. Uber is minstens zo populair. In Frankrijk zelfs zo populair dat klassieke taxichauffeurs uit frustratie al meer dan tien Uber-auto’s aanvielen.
Dat zijn niet louter conservatieve krampen. Peer-to-peerbedrijven zijn niet alleen nieuwe concurrenten, ze strijden ook met ongelijke wapens. Neem nu Tim. De hotelbaas in bijberoep verdient een aardige boterham aan zijn bovenverdieping, maar legt wel alle bijbehorende verplichtingen naast zich neer.
Zo heeft hij zich niet geregistreerd op vlis.vlaanderen.be, sinds de invoering van het Logiesdecreet in 2010 nochtans verplicht voor wie vakantieverblijven aanbiedt. Hij betaalt geen belastingen op zijn huurinkomsten, en al evenmin een stadsbelasting voor toeristische verblijven. ‘Het is me niet duidelijk volgens welke regeling ik belastingen zou moeten betalen’, zegt hij. ‘Ben ik verplicht mijn Airbnb-inkomsten aan te geven? Dan zal ik dat later dit jaar bekijken met mijn boekhouder.’
De peer-to-peereconomie heeft lak aan wetten en regelneverij. Net omdat een overeenkomst zich online en uit het zicht van de overheid voltrekt – geen enkele Airbnb-aanbieder heeft ‘hotel’ boven zijn voordeur hangen en de online profielen zijn afgeschermd – zijn gebruikers niet snel geneigd het boekje te volgen. Bovendien is het ‘boekje’ er één van de oude economie. ‘Er bestaat geen duidelijk kader voor de inkomsten uit peer-to-peer’, zegt Angelo Meuleman, expert gedeelde mobiliteit bij Taxistop (bekend van onder meer het autodeelinitiatief Cambio) en Ouishare, een wereldwijd kennisplatform voor de peer-to-peereconomie. ‘Zulke inkomsten zitten vaak in een grijze zone. En zolang de initiatieven kleinschalig zijn, maakt de fiscus of de btw-inspectie er geen prioriteit van.’
DIVERSE INKOMSTEN
‘Als het geen beroepsinkomsten zijn, moeten ze sowieso onder het vakje diverse inkomsten worden aangegeven’, beklemtoont Francis Adyns, de woordvoerder van de federale overheidsdienst Financiën, die eraan toevoegt dat de fiscus ‘het internet afspeurt naar initiatieven zoals Airbnb’. Maar Meuleman werpt op: ‘De overheid heeft het niet enkel moeilijk om transacties te controleren. Het is ook onduidelijk wat als onkostenvergoeding kan worden beschouwd en wat als inkomsten. Transacties zijn ook niet altijd financieel: wat met platformen die ruilen of elkaar diensten verlenen, zoals de Lets-groepen?’
Navraag bij Lets Gent, met meer dan 500 leden de grootste Lets-groep van Vlaanderen, leert dat de fiscus een viertal jaar geleden Lets Gent vrije baan gaf, op voorwaarde dat het ‘binnen de sfeer van vrijetijdswerk bleef’. ‘Sindsdien zijn we meer dan verdubbeld in omvang’, zegt Johan Boelaert van Lets Gent. ‘Ik weet niet hoelang de fiscus ons als kleinschalig blijft beschouwen.’ Meuleman verklaart de grijze legale zone waar veel peer-to-peerbedrijven in vertoeven als volgt: ‘Peer-to-peer draait vaak rond 21ste-eeuwse oplossingen voor dagdagelijkse problemen. Denk aan buren die met elkaar een auto delen, wat logischer wordt omdat een aankoop van een auto nu eenmaal duur is en er al veel voertuigen rondrijden. Maar dat wringt met wetten en regels die vooral zijn opgesteld in de 20ste eeuw, toen van zulke problemen – laat staan van de oplossingen ervoor – geen sprake was.’
De fiscaal jurist Erik De Ridder, die zich de jongste jaren in de peer-to-peer economie specialiseerde, voegt daaraan toe dat de aandeelhouders van bedrijven als Airbnb en Uber die tweespalt handig uitbuiten. ‘Goldman Sachs en Google, allebei aandeelhouder van Uber, lobbyen bij de Europese Unie om met Uber nog sneller toegang te krijgen tot de Europese markt. Ze beseffen dat ze een business in handen hebben waarmee ze snel marktaandeel kunnen winnen. Ook het bedrijfsmodel van Uber is gespleten: op het eerste gezicht is de filosofie erg modern, maar achter de schermen gaat het heel ouderwets over marktaandeel veroveren en winst maken.’
DIARREE AAN RECHTSZAKEN
De Sturm und Drang van bedrijven als Airbnb en Uber vertaalt zich wereldwijd in een diarree van rechtszaken en overheden die op de rem gaan staan. Frankrijk verplichtte Uber-chauffeurs eind vorig jaar na de bestelling een kwartier te wachten alvorens hun klanten op te pikken, zodat de klassieke taxichauffeurs ook de kans krijgen om de klant te vervoeren. In Berlijn is het sinds 1 januari verboden voor particulieren hun woning aan toeristen te verhuren. Het enorme succes van Airbnb vormde niet alleen stevige concurrentie voor de hotels, maar creëerde ook overlast in sommige buurten en een tekort aan woningen op de private huurmarkt.
Ook in ons land is meer regelgeving op komst. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt aan regels die de fiscale ongelijkheid tussen Airbnb- en hoteluitbaters moeten wegwerken. Het wil Airbnb-uitbaters ook extra eisen opleggen, zoals verse lakens en een eigen badkamer. Het is bovendien hoogst onzeker dat het Gewest de wet voor taxivervoer versoepelt zodat Uber zou kunnen neerstrijken in Brussel. Horeca Vlaanderen zegt te zullen blijven vechten tegen ‘iedereen die horeca speelt zonder de regels te volgen’. Het Departement Internationaal Vlaanderen, dat Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois adviseert (N-VA), is op verzoek van Horeca Vlaanderen onlangs alvast met een ‘doorlichting’ van Airbnb gestart.
Maar peer-to-peer is niet te stoppen. De vraag is er, de technologie ook. ‘Overheden focussen zich maar beter op het opstellen van juiste regels dan op repressie’, zeggen Meuleman en De Ridder. Meuleman stelt voor om een deel van de inkomsten uit peer-to-peer fiscaal vrij te stellen. ‘In ruil kan de overheid transparantie eisen.’ De Ridder: ‘Waarom geen richtlijn die bepaalt dat wie minder dan dertig dagen per jaar een deel van zijn woning aan onbekenden verhuurt fiscaal wordt vrijgesteld?’
In afwachting houdt Tim verder ‘hotel’ op zijn bovenste verdiepingen. ‘Tot er duidelijke regels zijn, zie ik niet in waarom ik met Airbnb zou stoppen. De zaken draaien goed. En als de overheid de regels verstrengt, dan zien we wel weer.’